-
1 herhaling
1 [het nogmaals plaatsvinden] recurrence ⇒ repetition, 〈 met betrekking tot tv-beelden〉 replay, 〈met betrekking tot radio/tv-programma〉 rerun, 〈met betrekking tot radio/tv-programma〉 repeat2 [het nogmaals doen/zeggen] repetition ⇒ reiteration, 〈 met betrekking tot leerstof〉 Brevision, Areview3 [oefening] 〈 met betrekking tot leerstof〉 Brevision/ Areview (exercise); 〈 leger〉 retraining (exercise)♦voorbeelden:dat is volgens mij voor herhaling vatbaar • I wouldn't mind repeating the experience, I reckon that's worth doing again(niet) voor herhaling vatbaar zijn • (not) bear repetition/repeatingbij herhaling • repeatedlybij herhaling volgt inbeslagname van het rijbewijs • a further offence will lead to confiscation of the driving licence -
2 herhalen
1 [opnieuw doen] repeat ⇒ redo, 〈 met betrekking tot leerstof〉 Brevise, 〈 met betrekking tot leerstof〉 Areview2 [opnieuw zeggen; nazeggen] repeat♦voorbeelden:1 een tv-programma herhalen • repeat/rerun a television programme2 zo'n opmerking laat zich niet herhalen/is te erg om te herhalen • that kind of remark can't/shouldn't be repeatediets in het kort herhalen • summarize somethingII 〈wederkerend werkwoord; zich herhalen〉2 [in herhaling vervallen] repeat oneself♦voorbeelden: -
3 herhalingsoefening
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > herhalingsoefening
Перевод: с нидерландского на английский
с английского на нидерландский- С английского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Английский